Luciën Stolk
‘Wanneer ik aan medestudenten vertel dat ik in Almere woon zeg ik er altijd gelijk bij dat ik wel uit Utrecht kom, want ik heb wel enige waardigheid te verdedigen op dat gebied. Ik ben erg blij dat ik weer bijna dagelijks in Utrecht kom. Het voelt ook echt als thuiskomen. Ik heb in deze stad een hoop beleefd. Parallel aan de Drift ligt de Boothstraat, daar ging ik als kleine jongen elke zondag naar de kerk. Ik denk dat als mijn opa me nog eens een betaalverzoek zou sturen voor al die roze koeken die hij daar voor me heeft gekocht, ik toch een groot deel van mijn salaris voor de komende maand zal moeten inleveren. Een gelukje voor mij dus dat mijn opa een hele lieve, gulle man is.’