“Het is zondagavond en ik ga nog even echt voelen dat ik weer in Limburg ben. Ik loop weg van de “stad”, de velden in. De zon verwarmt mijn rug en het is zo rustig dat ik zelfs even durf te neuriën. Ik sla mijn paadje in: heel smal met aan weerszijden zo’n hoge begroeiing dat je echt een beetje een sprookjespersonage bent. Tot het opeens ophoudt en ik mijn handen langs de wilde bloemen kan laten gaan. Sprookjesprinses momentje nummer twee. Twee paar smekende schapenogen staren mij aan en natuurlijk moet ik ze weer wat gras geven. Dan blijf ik langs de beek zitten, kijken, lezen, tot het écht begint te schemeren en het tijd is om naar huis te gaan. En morgen stap ik de trein weer in, op weg naar een heel ander soort leven. Zeker niet erg, ernstig leuk zelfs, maar een meisje uit Limburg blijft een meisje uit Limburg.”