“Ik moet zeggen dat ik niet snel op de kast te jagen ben, “Annemijn, die Limbo uit het zuiden eet toch alleen maar vlaai en maakt zich verder nergens druk om”. Maar er bestaat één groep mensen die allemaal dezelfde handeling verrichten, waardoor ze me het bloed onder de nagels vandaan halen. Namelijk: stilstaan op de roltrap. Ik heb sowieso al niks met dat hele ding. Met z’n allen, tegen elkaar aangedrukt, op een slakkengang een verhoging worden opgeduwd via een mechanische trap. Nee dank u zeer. Maar als ik dan toch gedwongen word de elektronisch gestuurde treden te gebruiken dan wil ik graag kunnen doorlopen, zodat ik zo snel mogelijk van dat ding af kan stappen. Maar dit is nooit het geval. Er is altijd minimaal één zwaarlijvige vijftig-plusser die de roltrap domineert, zodat er geen mogelijkheid bestaat er langs te kunnen. In mijn dromen duw ik deze persoon dan uit pure frustratie opzij en sprint ik erlangs. In werkelijkheid huil ik elke dag onder de douche als ik weer eens word opgehouden op de roltrap.”